De Maan is geen ster of planeet maar een satelliet (een object in een baan om een hemellichaam) en is gevormd ongeveer gelijk met de rest van ons zonnestelsel. De Maan heeft een oppervlakte van ± 152 miljoen km² (ongeveer 14 maal zo klein als de aarde en een diameter van ± 3476 kilometer. De oppervlakte van de Maan is bedekt met kraters.

 

De Maan kent een cyclus van 29,5 dagen, waarin zij varieert van Nieuwe Maan tot Halve Maan (of Eerste  Kwartier) tot Volle Maan tot Laatste Kwartier tot Nieuwe Maan. In de  periode van Nieuwe Maan tot Volle Maan is de Maan wassend, in de periode van Volle Maan tot Nieuwe Maan is de Maan afnemend. De Maancyclus wordt ook een synodische maand genoemd.

 

Bij Volle Maan, wanneer de Zon, Aarde en Maan precies op één lijn staan,  spreekt men van een maansverduistering. De Maan staat in de schaduw van de Aarde . In geval van Nieuwe Maan kan op deze wijze een zonsverduistering ontstaan. De Maan werpt dan haar schaduw op de Aarde.

 

De zwaartekracht van de Maan is medeverantwoordelijk voor de getijdenwerking van eb en vloed. Zowel eb als vloed komen twee maal per dag voor (met uitzondering van een aantal gebieden).

 

Het eerste menselijke object op de Maan was de onbemande Luna 2 (Sovjet Unie), op 14 september 1959. De eerste mens op de Maan was Neil Armstrong, gezagvoerder van de Amerikaanse Apollo 11, op 20 juli 1969.

 

Bron: Wikepedia